Patchpanel


In de zalen waar de stopcontacten op de dimmerkasten zelf aangebracht zijn, kunnen de spots rechtstreeks (eventueel met behulp van verlengsnoeren) op de dimmers aangesloten worden. In grotere zalen gebeurt dit meestal via een 'patchpanel': de ene helft bestaat uit een grote hoeveelheid stopcontacten die verbonden zijn met de verschillende dimmers, de andere helft is een grote verzameling stekkers voor alle aansluitpunten in de zaal.

Deze aansluitpunten zijn niets anders dan een grote hoeveelheid verlengsnoeren, die op een vaste plek in de zaal aangebracht zijn. Met deze verlengsnoeren zouden we in principe zonder verdere onderbreking de spots aan kunnen sluiten op de dimmers, maar dan zou er geen keuze meer bestaan welke spot op welke dimmer aangesloten wordt. Wanneer een stopcontact, het zogenaamde 'prikpunt', gekozen is zou dat ook meteen de dimmer zijn.

Soms wil men twee of meer spots, die op heel verschillende punten in de zaal hangen, samen op één dimmer aansluiten. Dat zou opgelost kunnen worden door gebruik te maken van extra (losse) verlengsnoeren, maar het is eenvoudiger om dit op te lossen via patchpanel.

Het patchpanel vormt een onderbreking in de stroomvoorziening naar de lamp, op een plek waar alle stopcontacten en stekkers op één plaats bijeen komen. Daar is het dus veel eenvoudiger om spots, die een heel eind uit elkaar hangen in de zaal, samen op een dimmer te zetten. Het is dan een kwestie van het kiezen van de twee juiste stekkers, die voor dat doel genummerd zijn, die dan samen in het stopcontact van de juiste dimmer gestoken moeten worden.

Op het patchpanel zijn de aansluitingen van de spots makkelijk te verdelen over de aansluitingen van de dimmers. In Schouwburgen en ook wel andere zalen zijn de aansluitpunten ondanks dit voordeel toch direct aangesloten op de dimmers. Dit is bijvoorbeeld in het Akademietheater van de Faculteit Theater van de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht het geval. Dit heeft vaak te maken met de grote hoeveelheid dimmers en/of aansluitpunten, zodat een patchpanel al snel een te grote ruimte in beslag zou nemen. Het geheel zou dan onoverzichtelijk en onwerkbaar worden.

Het gebruik van een patchpanel wordt ook wel een "hard-patch" genoemd. De term 'hard' slaat dan op het feit dat we hier te maken hebben met werkelijke, 'harde', materialen: stekkers en stopcontacten.

In zalen waar een hard-patch niet aanwezig is wordt gebruik gemaakt van een zogenaamde 'soft-patch'. Dit is een andere mogelijkheid om spots te verdelen over de dimmers: met behulp van een (licht) computer. Wanneer we dit vergelijken met het patchpanel dan bepaalt de computer hier welke virtuele stekkers van de prikpunten op welke virtuele stopcontacten van de dimmers aangesloten worden.

De computer geeft in werkelijkheid een vertaling van de gebruikte nummers. In de computer wordt aangegeven dat wanneer men op de computer "dimmer" nummer 1 aanstuurt, dit in werkelijkheid bijvoorbeeld de dimmers nummer 23 en 145 moeten zijn. Als het ware geldt dan: "dimmer" 1 = dimmer 23 + dimmer 145. Zo worden alle dimmers die in werkelijkheid in gebruik zijn door de computer tijdelijk van andere nummers voorzien, waarbij dimmers ook als groepjes bij elkaar gebracht kunnen worden onder één nummer.

Met behulp van de computer kunnen dan verschillende dimmers, en daarmee de verschillende spots, met één nummer tegelijkertijd aangestuurd worden. De meeste kleine zalen in het professionele circuit beschikken over een soft- en een hard-patch.


Inhoudsopgave Dimmers