De Lichtcomputer


In principe is er weinig verschil tussen een zogenaamde handtafel en een computergestuurde tafel. De laatste heeft door het gebruik van een computer wat meer mogelijkheden die met de hand veel tijdrovender of minder mooi uitgevoerd zouden kunnen worden.

Alle lichtcomputers werken volgens hetzelfde principe als de regeltafel: een wals, die actief is, andere wals(en) die nog niet actief zijn, en een crossfader om van de ene naar de andere wals te gaan. Bij een computer spreken we echter nooit over walsen, we spreken dan uitsluitend nog over Presets of, liever nog, Standen. De computer biedt het voordeel, dat van te voren in alle rust de standen gemaakt en bekeken kunnen worden, zodat tijdens de voorstelling zelf alleen nog maar van stand naar stand gegaan hoeft te worden.

Ook is het mogelijk om aan te geven hoe snel er overgegaan moet worden van de ene naar de andere stand, zodat deze overgangen niet meer met de hand gemaakt hoeven te worden. Deze overgangstijden, die de fade-in/fade-out tijden genoemd worden, kunnen per stand verschillen. Het voordeel is dat vooral de overgangen die wat langer duren mooier verlopen, omdat de computer er voor zorgt dat het heel geleidelijk gaat. Met "langer" moeten we dan denken aan overgangen van 5 seconden of meer.

Ook hoeven de tijd waarin de nieuwe stand ingezet wordt, de fade-in tijd, en de tijd waarin de stand die tot dat moment op het toneel te zien was verdwijnt, de fade-out tijd, niet hetzelfde te zijn: de ene tijd kan korter of langer zijn, zodat er andere overgangen mogelijk zijn. Wanneer de oude stand er sneller uitgaat dan de nieuwe stand inkomt, zal het lijken alsof het voor een heel korte tijd donker wordt, zonder dat dit echt gebeurt. Wanneer de nieuwe stand er sneller instaat dan de oude er uit is, zal de overgang juist heel ongemerkt kunnen gaan.

Dit principe is voor iedere lichtcomputer hetzelfde, daarnaast zijn er altijd een aantal andere functies te vinden, zoals bijvoobeeld de soft-patch. Vaak is ook een "chaser", of in het Nederlands "looplicht", aanwezig, een lichteffect waarbij bepaalde standen telkens weer in een bepaalde volgorde en snelheid herhaald worden. Door dan weer gebruik te maken van andere functies kunnen snelheid, lichtsterkte en volgorde dan vervolgens weer gewijzigd worden. Vooral in discotheken en bij (pop)concerten wordt dit veel gebruikt. Lang niet alle mogelijkheden worden bij iedere voorstelling gebruikt, maar de verschillende effecten kunnen, mits goed gebruikt, bijdragen aan een beter lichtbeeld.

De bediening van de verschillende lichtcomputers wil nogal eens verschillen, vandaar dat de technicus van de zaal vaak degene is, die de lichtstanden in de computer zet: hij of zij kent die bepaalde computer vaak het best, en kan zo goed en zo snel mogelijk de wensen van de groep vervullen. Een uitvoeriger bespreking van het bedienen van een lichtcomputer is daarom weinig zinvol.


Inhoudsopgave Stroomvoorziening