Krachtstroomaansluiting


Driehoeks- en SterschakelingNaast de normale aansluitingvan 220 Volt bestaat er ook nog een aansluiting die 380 Volt levert, de krachtstroom-aansluiting. Deze bestaat uit vijf draden: een nul-draad, een aarde draad en drie fase-draden. De fase-draden worden de R-, S- en T-fase genoemd. Tussen de fasen R, S en T staat dan een spanningsverschil van 380 Volt - de zogenaamde "krachtstroom" -. In principe komt in ieder huis (een deel van) krachtstroom binnen. We hebben dan te maken met de R-, en/of de S-, en/of de T-fase die het huis binnen komen, en dan apart naar de stopcontacten geleid worden tezamen met de nuldraad en eventueel de aarde-draad. Wanneer namelijk het spanningsverschil tussen een fase-draad en de nuldraad gemeten wordt, is deze 220 Volt.

Pas wanneer we de drie fase-draden ten opzichte van elkaar gebruiken is er sprake van krachtstroom. In het geval van de krachtstroom spreken we van een zogenaamde driehoekschakeling, in het geval van de normale stroom van een sterschakeling.

Fase-verloopWe zijn al eerder het sinusvormige spanningsverloop tegen gekomen. De sinus hoeft natuurlijk niet altijd op hetzelfde moment te starten, zij kan ook eerder of later beginnen. De ene sinusvormige spanning kan bijvoorbeeld op een bepaald moment starten, terwijl een andere begint op het moment dat de eerste op één-derde is van zijn cyclus. Hierdoor kan het voorkomen, dat, wanneer we het spanningsverschil vergelijken dat op verschillende draden staat, we te maken hebben met twee verschillende sinus-golven die tegen elkaar inwerken. Op een dergelijk moment mogen we de waarden die de sinussen op ieder moment vertegenwoordigen bij elkaar optellen. Hierdoor kan dan weer een nieuwe sinusvorm ontstaan.

Wanneer we met krachtstroom te maken hebben zijn de sinusvormen telkens één-derde ten opzichte van elkaar versprongen. Wanneer we deze sinussen telkens apart afzetten tegen de nuldraad hebben we een spanningsverschil lopend tussen de -220 en de +220 Volt. Gaan we deze sinussen tegen elkaar afzetten, bijvoorbeeld door het spanningsverschil tussen de R- en de S-fase te meten, dan krijgen we door het verspringen van de sinussen ten opzichte van elkaar te maken met een nieuwe sinusvorm die zijn maxima tussen de -380 en de +380 Volt heeft. Let wel, dit is een vereenvoudigde weergave, want eigenlijk moeten we zeggen dat de spanning gemiddeld 220 Volt of 380 Volt is. Voor de helderheid zijn echter bovengenoemde uiterste waarden aangehouden.

De standaardkleuren van de verschillende draden zijn als volgt:

Aarde groen-geel
N(ul) blauw
Fase S zwart (of bruin)
Fase T zwart (of bruin)
Fase R zwart (of bruin)

Het komt ook wel voor dat alleen de T-fase bruin is, terwijl de S- en de R-fase zwart zijn.

Overigens is 380V nu eigenlijk 400V (precieser: 398.37V) want 220 Volt is volgens Europese afspraak verhoogd naar 230 Volt, en draaistroom daarmee ook. (Met dank aan Lex van Huuksloot)


Inhoudsopgave Stroomvoorziening